Test je kennnis door je antwoord in te typen en te vergelijken met het juiste antwoord, door te klikken op de vraag.
Samengesteld materiaal, ontwikkeld door 2 of meerdere materialen te combineren
Grootheid die aan geeft hoe licht of zwaar stoffen zijn
Dichthieid (ρ) = massa/volume in g/cm3
Hydrofiel
Hydrofoob
Temperatuur waarbij een stof van de vloeibare naar de gasfase overgaat
Mate waarin stoffen oplossen in een vloeistof, bijvoorbeeld in water
Temperatuur waarbij een stof van de vast naar de vloeibarefase overgaat
Grondstoffen die zichzelf weer aanvullen, bijvoorbeeld gewassen
Materiaal door mensen gemaakt en je niet in de natuur aantreft
Materiaal gewonnen uit de natuur
Kenmerken waar je stoffen aan herkent
Kenmerken waar je een materiaal aan herkent
Grootheid die aangeeft hoe goed een stof elektrische stroom geleid
Model waarin alle stofeigenschappen worden bepaald door de kleinste deeltjes van een stof
Moleculen
Bepalen de stofeigenschap. Bewegen voortdurend. Trekken elkaar aan en botsen met elkaar. Zit afstand tussen.
Vast, vloeibaar, gas
Materialen die als basis dienen voor het produceren van een nieuwe stof
Specifieke geur, kleur, dichtheid, smeltpunt, kookpunt, elektische geleiding, warmte geleiding
Het verband tussen de temperatuur en de tijd, wanneer je een stof continu verwarmt of koelt
Dat het smelt- en kookpunt van een stof een specifieke maximale waarde hebben, waar bij de stof van de ene naar de andere fase overgaat
100 ° Celsius
0 ° Celsius
Stofeigenschappen die je met je zintuigen kunt waarnemen bijvbeerd geur, kleur, fase van een stof
De kleinste deeltjes van een stof, die de macro eigenschappen van een stof kunnen verklaren
Bestaat op microniveau uit 1 soort deeltes/moleculen
Bestaat op microniveau uit meerdere soorten deeltes/moleculen
Bepalen de stofeigenschap. Bewegen voortdurend. Trekken elkaar en botsen met elkaar. Zit afstand tussen.
De afstand en aantrekkingskracht tussen de moculen veranderd waardoor ze een vaste stof, vloeistof of gas vormen
In de vast fase zitten de moleculen op hun plek en trillen alleen op hun plaats. In een gas bewegen de deetjes door elkaar heen met ruimte er tussen en botsen op elkaar.
De moleculen zitten dichtop elkaar maar kunnen om elkaar heen bewegen waardoor op macroniveau de stof kan vloeien
Mengsels vertonen een smelt- en kooktraject ipv smelt- en kookpunt
Een mengsel van een vaste of vloeistof in een vloeistof die niet goed mengen.
In een oplossing mengt een vloeistof, vaste stof of gas goed met het oplosmiddel en onstaat er een homogeen helder mengsel
Evenredig verdeelde stoffen waarbij de verschillende stoffen niet van elkaar zijn te onderscheiden
Mengsel waarin verschillende stoffen nog te onderscheiden zijn van elkaar met het ook of met een microscoop
Troebel mengsel twee vloeistof waarbij vloeistofdruppeltjes ontstaan. Elk druppeltje bestaat uit meerdere moleculen
Een fijne vast stof verdeelt in een gas
Mengsel van kleine vloeistof druppels in een gas
Bestaat uit twee of meerdere gassen. Gassen mengen altijd homogeen en goed.
Vloeistof waarin andere stoffen zijn opgelost
Absorberen, bezinken, centrifugeren, destilleren, extraheren, filtreren, indampen
Splitsen van een mengsel in afzonderlijke stoffen
Destilleren, indampen
Bezinken, centrifugeren
Filtreren
Koffie of theezetten
Het residu
massa % = massa (g)/massa totaal (g) ∙ 100% = 160/250 ∙ 100% = 64,0%
1L = 1000 mL
gehalte = massa suiker/volume drankje = 20g/0,25L = 80 g/L